Een mens is  pas vergeten als zijn naam  vergeten is'
 

Familie Moses Spiegel, wonende aan de Polstraat 13 (A349)


Moses Spiegel (Dinslaken, 23 december 1891) kwam samen met zijn gezin in 1933 naar Nederland.

Zijn eerste vrouw, Trude Wohrizek, overleed in 1928 op 23-jarige leeftijd. 

Uit dit huwelijk werd op 27 juni 1924 dochtertje Ruth in het Duitse Mühlheim geboren, die later samen met haar oma Meta Wohrizek uit Ergste (DE) bij het gezin in Dinxperlo woonde. 

Moses Spiegel hertrouwde met Paula Stern(Recklinghausen, 19 januari 1895) en hun huwelijk werd bezegeld met zoon Alfred (Dinslaken, 1931).  


Toen het gezin in Dinxperlo woonde, voegden in 1940 neef Fritz (Fred, 6 jaar, geb.Dinslaken) en nicht Edith (8 jaar, geb.Dinslaken) zich vanuit Gennep bij het gezin.

Hun moeder Elise was al vroeg weduwe geworden van Sigmund Spiegel, de broer van Moses, en had in Engeland een baan als au-pair gevonden. De bedoeling was dat de beide kinderen Edith en Fritz zouden volgen, maar helaas viel het plan door de oorlogsperikelen in duigen. De kinderen trokken in bij hun Duitse oom Adolf en zijn gezin en opa Louis in Gennep. Opa Louis overleed in 1940 in Gennep. De familie vertrok daarna uit Gennep en overleefden de Holocaust. Helaas overleed hun 11-jarige dochter Alice 1940 in een ziekenhuis in Amsterdam.. De kinderen Edith en Fritz verhuisden naar Dinxperlo.  Na de oorlog werden de kinderen, die de Holocaust overleefden, weer herenigd met hun moeder en emigreerden naar Chili.









In Dinxperlo bedreef Moses een wisselkantoor.



De familie moest begin april 1943 Dinxperlo verlaten en werd naar kamp Vught gebracht. 

Op 23 mei werden Moses  (51), Paula (48) en Alfred (12) vanuit Vught naar Westerbork gebracht. Van daaruit vertrokken zij op 29 juni naar Sobibor waar zij op 2 juli aankwamen en direct werden vermoord. In de trein zaten 2397 mensen waarvan er niemand heeft overleefd.


Oma Meta (63) vertrok op reeds op 8 mei richting Westerbork en op 11 mei richting Sobibor waar zij op 14 mei werd vermoord. Zij zat in het transport van 1446 mensen waaronder Rebbe Isaac (76) en zijn vrouw Carolina Menist-Schweiger (70), en de veehandelaar Leeman Heilbron (88) en zijn vrouw Mina Heilbron-Weijel (67). Niemand van de 1446 personen overleefden. 


Ruth Spiegel bleef achter in Vught. Zij werd bij Philips tewerkgesteld en werd tenslotte op 2 juni 1944 met de andere Joodse 'werknemers' van Philips naar Auschwitz vervoerd, waar zij één van de weinige overlevenden was. 

Ruth Spiegel behoorde, net zoals Fietje Jacobi uit Dinxperlo, tot de groep vrouwen die in 1945 bevrijd werden. Zij is later naar Chili geëmigreerd en in 1999 overleden.

https://historiek.net/met-witte-bussen-naar-de-vrijheid/77990/




Edith en Fritz Spiegel


Fred en Edith kwamen in Bergen-Belsen terecht en gingen van daaruit op 10 april 1945 mee op een groot transport richting Theresienstadt. Op 13 april werd de trein bij Farsleben in de buurt van Maagdenburg ontdekt en werden de ruim 2000 Joodse gevangenen, waaronder Fred en Edith, door het Amerikaanse 743 RD Tank Battalion bevrijd.

Overlevende Fred Spiegel. Foto: youtube.

 

Op 23 februari 2013 zijn voor alle familieleden Spiegel in de Bismarckstrasse 61 te Dinslaken Stolpersteine gelegd. 


Met dank aan Stolpersteine für Dinslaken                              https://www.stolpersteine-dinslaken-ev.de/


Fred Spiegel is in juli 2020 op 88-jarige leeftijd in Amerika overleden.